NOW 2.0

Wat verandert er met de NOW-regeling die vanaf 1 juni geldt?

De NOW wordt verlengd met een periode van 3 maanden, waarbij een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode juni, juli en augustus 2020 kan worden aangevraagd.

Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies, kunnen bij UWV een tegemoetkoming voor deze periode aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom, gerelateerd aan het omzetverlies. De omzetdaling wordt vastgesteld over een driemaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020 en volgt daarbij de systematiek van de eerste periode.

Er zijn een aantal verschillen. We beschrijven ze hier kort. Deze nieuwe voorwaarden van de NOW worden nog nader uitgewerkt. We streven naar openstelling van het tweede aanvraagtijdvak per 6 juli 2020.

NOW 2.0 heeft enkele aanpassingen ten opzichte van de huidige NOW. Wat zijn de gewijzigde voorwaarden?

  • De referentiemaand voor de loonsom is voor het tweede tijdvak vastgesteld op maart 2020 (peildatum 15 mei);
  • de verplichting om geen ontslag aan te vragen blijft gehandhaafd, maar de korting op de subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%;
  • aan werkgevers wordt in NOW 2.0 de inspanningsverplichting opgelegd om hun werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk;
  • over 2020 en tot en met de aandeelhoudersvergadering in 2021 mag geen dividend of bonus worden uitgekeerd en mogen er geen eigen aandelen worden ingekocht, wanneer er sprake is van een steunbedrag op of boven het bedrag waarvoor een accountantsverklaring vereist is. Voor werkmaatschappijen die als onderdeel van een concern een NOW-subsidie hebben gekregen geldt dit drempelbedrag niet, zij moeten zich hier altijd aan houden;
  • de opslag op de loonkosten wordt verhoogd van 30% naar 40%.

 

Houdt NOW 2.0 rekening met de typische loonsom-kenmerken van seizoenswerk of met het feit dat je als werkgever een hogere gemiddelde loonsom hebt in de subsidieperiode dan tijdens de referentieperiode?

Bij de verlenging van de NOW worden bedrijven met een seizoenspatroon tegemoet gekomen, doordat bij de referentiemaand voor de loonsom is gekozen voor maart, in plaats van januari. De aanpassing biedt uitkomst voor seizoensbedrijven die tussen januari en maart van dit jaar een toename in personeel hadden.

Voor bedrijven met een seizoenspatroon is ook een oplossing gezocht voor het eerste tijdvak. Daarvoor geldt dat indien de loonsom van maart tot en met mei hoger is dan de loonsom van drie maal januari, de loonsom van maart als uitgangspunt wordt genomen. Hiermee gaat het subsidiebedrag voor de werkgever omhoog. Deze nieuwe rekenmethode geldt automatisch voor alle werkgevers met een hogere gemiddelde loonsom in de periode maart tot en met mei dan in de maand januari.

Ik heb in maart een extra periode salaris (zoals een dertiende maand) uitbetaald. Daarmee is mijn loonsom van maart hoger. Wat is het effect hiervan voor de hoogte van het de subsidie?

In het tweede subsidietijdvak van de NOW wordt de subsidie gebaseerd op de loonsom van maart en vergeleken met de loonsom van juni, juli en augustus. Bij de bevoorschotting en de vaststelling van de subsidie zal UWV de loonsommen van de verschillende maanden zo zuiver mogelijk toepassen en vergelijken. Zo worden extra periode salarissen, zoals een dertiende maand, en de uitbetaling van vakantiebijslag uit de loonsommen gehaald. Het uitbetalen van een extra periode salaris heeft daarmee geen effect op de hoogte van de subsidie. Zo wordt voorkomen dat werkgevers enkel vanwege de betaling van een extra periode salaris de volledige NOW-subsidie moeten terugbetalen, vanwege een dalende loonsom.

Hoe werkt de inspanningsverplichting tot het stimuleren van een ontwikkeladvies en/of scholing?

Voor het tweede tijdvak van de NOW geldt voor werkgevers een inspanningsverplichting om hun werknemers te stimuleren een ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen voor behoud van werk. Op het moment dat het werk sterk is verminderd of dreigt te verdwijnen is er mogelijk ruimte voor oriëntatie op een andere loopbaan en/of scholing richting ander werk. Werkgevers kunnen hun werknemers stimuleren door bijvoorbeeld tijd of middelen, bijvoorbeeld uit O&O-fondsen, beschikbaar te stellen.
Ter ondersteuning stelt het kabinet € 50 mln. beschikbaar voor een crisispakket ‘NL leert door’. Daarmee kunnen mensen die door de crisis hun werk verloren hebben of dreigen te verliezen zich heroriënteren op baankansen en daarvoor zo nodig (online) scholing volgen. Dit crisispakket heeft een looptijd van juli tot en met december 2020. Nadere informatie en voorlichting hierover volgt. Voor scholing en ontwikkeling bestaan overigens nu ook al diverse mogelijkheden. Bijvoorbeeld ‘Leven lang ontwikkelen, ook tijdens corona’ op de website van de Sociaal-Economische Raad (SER).

Hoe wordt geborgd dat werkgevers werknemers stimuleren tot een ontwikkeladvies en/of scholing?

Werkgevers die gebruikmaken van NOW zijn verplicht om hun OR te informeren over het feit dat zij deelnemen aan NOW. Mochten werkgevers niet uit zich zelf aandacht geven aan loopbaanontwikkeling en scholing, dan kan de OR of personeelsvertegenwoordiging de vinger aan de pols houden en de werkgever hierop aanspreken.

Wie kan deelnemen aan NOW 2.0?

Iedere werkgever die voldoet aan de voorwaarden (onder andere een verwacht omzetverlies van ten minste 20%) kan een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten, of je nu al wel of niet hebt deelgenomen aan de eerste NOW. Indien je een eerste aanvraag doet kun je de periode voor omzetdaling laten beginnen op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Indien je voor de tweede keer een beroep doet op de NOW moet de omzetperiode aansluiten op de periode gekozen in het eerste tijdvak.

Wanneer kan ik NOW 2.0 aanvragen?

We streven naar openstelling van het tweede aanvraagtijdvak per 6 juli 2020, waarbij een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode juni, juli en augustus kan worden aangevraagd.

Wat gaat er veranderen ten aanzien van bedrijfseconomisch ontslag?

De verplichting voor werkgevers om geen ontslag aan te vragen blijft bestaan, maar de korting op de subsidie wordt verlaagd van 150% naar 100%. Dat wil zeggen dat de subsidie gekort wordt met 100% van de loonsom(men) van de werknemer(s) waarvoor bedrijfseconomisch ontslag is aangevraagd.

Bron:  Rijksoverheid