Top 10 Eindejaarstips 2023

Top 10 Eindejaarstips voor ondernemers

In 2024 verandert er fiscaal het een en ander. Slim dus om te kijken naar jouw fiscale positie.

Hoe kun je als ondernemer dit jaar nog profiteren van de oude wetgeving of al inspelen op wijzigingen die vanaf 2024 gaan gelden?

Wij hebben 10 tips voor je naar aanleiding van de belangrijkste wijzigingen.

Heb je vragen over onze tips of wil je weten of het voor jou handig is iets te wijzigen in je situatie? Neem contact met ons op. We beoordelen dan samen of actie nodig is.

Sluit 2023 hiermee goed af en ga voorbereid 2024 in!

Klik op de tip om direct te lezen of lees onze Top 10 Eindejaarstips in pdf

  1. Beoordeel de hoogte van je winst
  2. Houd bij winstbepaling rekening met toeslagen
  3. Koop nog dit jaar een lijfrente
  4. Investeer nog in 2023 energiezuinig
  5. Profiteer dit jaar nog van de ISDE
  6. Veranderingen rondom de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
  7. In 2023 nog dividend uitkeren of juist niet?
  8. Benut je mogelijkheden binnen de WKR
  9. Giftenaftrek in de bv verdwijnt
  10. Verhoging belastingvrije reiskostenvergoeding

 

1. Beoordeel de hoogte van je winst

Voor ondernemers in de inkomstenbelasting
Aan het eind van het jaar heb je meer duidelijkheid over je winstpositie. Beoordeel of je winst in lijn ligt met de verwachtingen. Wellicht kom je in de inkomstenbelasting net in het hoogste tarief. Het kan dan aantrekkelijk zijn om je winst te verlagen door bijvoorbeeld kosten of een geplande investering naar voren te halen. Houd hierbij wel rekening met de invloed die dit heeft op je kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).

Andersom kan het voordelig zijn je winst juist te verhogen als je naar verwachting dit jaar in een lager tarief valt ten opzichte van volgend jaar. Hierbij speelt ook een rol dat de MKB-winstvrijstelling volgend jaar verlaagd wordt van 14% naar 12,7%. Je gaat hierdoor over een groter deel van je winst belasting betalen.

Let hierbij ook op de invloed van inkomensafhankelijke heffingskortingen op de te betalen belasting. Laat het effect berekenen door je adviseur.

Tip!
Wijkt je winst af van de verwachtingen, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag aan. Hiermee voorkom je de hoge belastingrente van 6% (waarschijnlijk zelfs 7,5%) en je verlaagt je vermogen in box 3. In box 3 levert dit overigens alleen een voordeel op als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen. Bij een teruggave voorkom je dat je geld renteloos uitstaat bij de Belastingdienst.

Voor vennootschappen
De eerste schijf van de vennootschapsbelasting kent een tarief van 19% voor een winst tot €200.000. Valt de winst van je bv dit jaar lager uit dan €200.000, dan is het vaak voordelig om kosten van je onderneming zo veel mogelijk uit te stellen en opbrengsten in de tijd naar voren te halen. Denk bijvoorbeeld aan de kostenegalisatiereserve, de herinvesteringsreserve, voorzieningen en vervroegd afschrijven. Op deze manier blijft je winst misschien dit jaar belast tegen een tarief van 19% in plaats van 25,8%.

Tip!
Wijkt de winst af van de verwachtingen, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag Vpb aan. Hiermee voorkom je betaling van belastingrente, terwijl je bij een teruggave voorkomt dat dit bedrag renteloos uitstaat bij de Belastingdienst. Houd er rekening mee dat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting 8% bedraagt en per 1 januari 2024 waarschijnlijk wordt verhoogd naar 10%.

 

2. Houd bij winstbepaling rekening met toeslagen

Als ondernemer in de inkomstenbelasting kun je de hoogte van de winst op het einde van het jaar voor een deel zelf beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan wel of niet willekeurig afschrijven op nieuwe bedrijfsmiddelen, versneld afschrijven voor starters of het vormen van voorzieningen en reserves. Houd bij deze beslissingen ook rekening met je eventuele recht op toeslagen, nu en in de toekomst, zeker nu in 2024 met name de huurtoeslag en het kindgebonden budget fors worden verhoogd.

Heb je bijvoorbeeld dit jaar geen recht op toeslagen, maar volgend jaar wel omdat je dan een huurwoning betrekt of gebruik gaat maken van kinderopvang, dan kun je waarschijnlijk beter pas volgend jaar je winst verlagen. Uiteraard alleen als het verschil de moeite waard is en je het je financieel kunt veroorloven.

 

3. Koop nog dit jaar een lijfrente

De fiscaal aftrekbare bedragen bij aankoop van een lijfrente zijn dit jaar fors verhoogd. Voor degene met een pensioentekort is de fiscale jaarruimte voor de aftrek van lijfrentepremies in 2023 verhoogd naar 30% van het inkomen waarmee je spaart voor je pensioen. De maximale jaarruimte is in 2023 bovendien gestegen van €15.317 naar €34.550.

Een andere verruiming is dat je tot vijf jaar na het bereiken van je AOW-leeftijd lijfrentepremies kunt aftrekken. Tot 2023 kon dit tot aan je AOW-leeftijd. Ook kun je in 2023 tot tien jaar terug gebruikmaken van de jaarruimte voor aftrek van lijfrentepremies. Tot 2023 was dit zeven jaar. Heb je de afgelopen tien jaar dus niet de volledige jaarruimte benut voor de aankoop van een lijfrente, dan kan dit alsnog. Ook dit inhaalbedrag is fors verhoogd van €8.065 naar maximaal €38.000.

Koop je een lijfrente of stort je een bedrag op je lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht, dan creëer je daarmee een extra aftrekpost. Het pensioenopbouwtekort wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. Je kunt deze ruimte berekenen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Als je voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kun je de premie in 2023 aftrekken tegen maximaal 49,5%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Als je nu de premie kunt aftrekken tegen 49,5% en zijn de uitkeringen vanwege een daling van je inkomen te zijner tijd belast tegen 36,97%, dan bedraagt het tariefvoordeel 12,53%-punt.

Let op!
De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw.

Tip!
Zorg dat je de lijfrentepremies in 2023 betaalt. Alleen dan kun je deze nog in aftrek brengen in je aangifte inkomstenbelasting 2023. Bovendien betaal je minder belasting in box 3 als de onttrokken financiële middelen bestonden uit beleggingen.

Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo is je algemene heffingskorting mogelijk hoger door de aftrek van een lijfrentepremie. Boven een inkomen van €73.031 heeft de lijfrentepremieaftrek in 2023 geen effect meer op de algemene heffingskorting.

 

4. Investeer nog in 2023 energiezuinig

De energie-investeringsaftrek (EIA) wordt in 2024 verlaagd van 45,5 naar 40%. Ben je toch al van plan binnenkort energiezuinig te investeren, doe dit dan zo mogelijk nog in 2023. Houd wel rekening met aanverwante effecten, zoals de invloed op de hoogte van je winst en de invloed op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA).

 

5. Profiteer dit jaar nog van de ISDE

Je kunt alleen in 2023 nog gebruikmaken van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Specifiek voor zakelijke gebruikers is in 2023 €30 miljoen beschikbaar voor kleinschalige windturbines en zonnepanelen. Het aanvragen van de subsidie gaat via de site van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO). Deze subsidie geldt tot en met 31 december 2023. De subsidie geldt voor alle rechtspersonen, maar ook voor de maatschap, stichting, vof en cv. Voor kleinschalige windturbines bedraagt de subsidie maximaal €66,- per m2 rotoroppervlak. De subsidie voor zonnepanelen bedraagt €125 per kW gezamenlijk piekvermogen.

 

6. Veranderingen rondom de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) zijn belangrijke faciliteiten bij het schenken of erven van een (familie)bedrijf. De BOR/DSR kent een forse vrijstelling van te betalen belasting, op voorwaarde dat het bedrijf wordt voortgezet. De BOR wordt vanaf 2025 gewijzigd, maar een onderdeel daarvan wordt echter al per 1 januari 2024 ingevoerd. Dit betreft het aanmerken van verhuurd vastgoed als belegging. In veel gevallen is dat nu ook al zo, maar door deze wijziging zal dit vanaf 2024 per definitie het geval zijn. Deze wijziging geldt overigens ook voor de doorschuifregeling inzake een aanmerkelijk belang.

Daarnaast is een aantal wijzigingen per 2025 en per 2026 aangekondigd voor de BOR en/of DSR. In sommige situaties worden de regelingen aantrekkelijker en soms worden de regelingen juist versoberd. En van de regelingen die in 2026 in werking moeten treden, zijn de exacte voorwaarden nog niet bekend.

Tip!
Overweeg je jouw bedrijf op korte termijn te schenken en wil je daarbij gebruikmaken van de BOR of DSR, bekijk dan of het – gelet op bovengenoemde wijzigingen – aantrekkelijk is dit nog in 2023 of 2024 te laten plaatsvinden of juist te wachten tot 2025.

 

7. In 2023 nog dividend uitkeren of juist niet?

Per 1 januari 2024 wordt het tarief in box 2, waaronder dus ook inkomen uit dividend valt, gewijzigd. Het huidige tarief van 26,9% wordt vervangen door twee tarieven. Een tarief van 24,5% dat van toepassing is op inkomsten tot €67.000 en een tarief van 31% over het meerdere. Dit betekent dat je in 2023 over de eerste €67.000 aan uitgekeerd dividend 2,4%-punt meer belasting betaalt dan in 2024. Keer je meer dividend uit, dan betaal je in 2023 over het meerdere 4,1%-punt minder belasting dan in 2024.

Heb je een fiscale partner, dan kun je het uitgekeerde dividend in de aangifte onderling verdelen. In dat geval geldt het dubbele van genoemde bedragen, dus samen betaal je in 2023 tot €134.000 2,4%-punt meer aan belasting en over het meerdere 4,1%-punt minder dan in 2024. Anticipeer zo goed mogelijk op de komende tariefswijzigingen in box 2. Hoe dit voor jou het best uitpakt, hangt af van jouw persoonlijke situatie.

Let op!
Dividenduitkeringen hebben ook effect op je box 3-vermogen en excessief lenen. Heb je als aanmerkelijkbelanghouder een schuld die meer bedraagt dan €700.000, dan heb je namelijk tot 31 december 2023 de tijd om deze terug te brengen. Doe je niets, dan ben je in box 2 belasting verschuldigd over het bedrag boven de €700.000. Overleg met je adviseur of het voordelig is om nu dividend uit te keren, of het beter is om te wachten tot 2024, of om later in één keer een hoger bedrag aan dividend uit te keren.

Let op!
Houd er verder rekening mee dat oppotten van winst in je bv vanaf 2024 minder aantrekkelijk wordt. Bij de uiteindelijke verkoop van je bv betaal je immers al snel het tarief van 31%.

 

8. Benut je mogelijkheden binnen de WKR

Benut ook dit jaar je mogelijkheden binnen de werkkostenregeling (WKR). Beoordeel je nog resterende vrije ruimte en bekijk of zaken die je in 2024 wilt vergoeden dan wel verstrekken nog in 2023 kunnen worden vergoed of verstrekt (bij ‘vergoeden’ koopt de werknemer de zaak en betaal je hem terug, bij ‘verstrekken’ koop je de zaak en geef je deze aan de werknemer). Het is niet mogelijk om de vrije ruimte die in 2023 over is door te schuiven naar 2024.

Tip!
Houd er rekening mee dat de vrije ruimte in 2023 is verruimd. Tot een loonsom van €400.000 bedraagt de vrije ruimte dit jaar 3% en volgend jaar nog slechts 1,92%. Over het meerdere blijft de vrije ruimte 1,18%. Dreig je dit jaar de vrije ruimte te overschrijden, overweeg dan het verschaffen van vergoedingen en verstrekkingen uit te stellen tot 2024. Dit is uiteraard alleen voordelig als je in 2024 naar verwachting binnen de vrije ruimte blijft.

Houd rekening met het gebruikelijkheidscriterium. Dit betekent dat je vergoedingen en verstrekkingen niet in de vrije ruimte kunnen worden ondergebracht als deze op zichzelf ongebruikelijk zijn en/of de omvang van de vergoeding/verstrekking ongebruikelijk is. Ongebruikelijk betekent in dit verband een afwijking van 30% of meer van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. Het betekent echter niet dat alleen zakelijke vergoedingen en verstrekkingen in de werkkostenregeling kunnen worden ondergebracht.

Tip!
Maak gebruik van de doelmatigheidsmarge van €2.400 per persoon per jaar. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de vergoedingen/verstrekkingen in ieder geval als gebruikelijk. Wel moeten dan alle vergoedingen en verstrekkingen per persoon van het hele jaar bij elkaar worden geteld, voor zover deze in de vrije ruimte vallen (dus ook het kerstpakket en de boterletter tellen mee). Het bedrag van €2.400 geldt in alle redelijkheid, dus bijvoorbeeld niet voor zover het loon van de werknemer lager is dan de bedragen waar hij recht op heeft volgens de Wet op het minimumloon of als stagiair. Overigens betekent dit niet dat het bedrag van €2.400 per definitie onbelast is. Het bedrag telt ‘gewoon’ mee voor de vrije ruimte en als u die vrije ruimte overschrijdt, betekent dat een extra heffing van 80%.

Tip!
Heb je nog geen andere belaste vergoedingen of verstrekkingen gehad, dan kun je jezelf dit jaar als dga bijvoorbeeld ook een eindejaarsbonus geven van €2.400. Staat je partner ook op de loonlijst, dan geldt dit ook voor hem of haar. Dit is een risico als je gebruikmaakt van een betalingsregeling in het kader van het bijzonder uitstel van betaling voor coronaschulden. De extra betaling kan dan worden aangemerkt als bonus waarvoor een verbod geldt.

 

9. Giftenaftrek in de bv verdwijnt

In de vennootschapsbelasting bestaat een regeling voor giftenaftrek. Die bedraagt maximaal 50% van de winst. In beginsel wordt een gift door de bv eigenlijk gezien als behoeftebevrediging van de aandeelhouder(s). Dit zou dan leiden tot een verkapte dividenduitkering, gevolgd door eventuele aftrek in privé. Om dat te voorkomen, is goedgekeurd dat giften door een bv aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) tot het genoemde maximum niet leidt tot een verkapte dividenduitkering en aftrekbaar is in de bv. De giftenaftrek door bv’s gaat echter veranderen. Giften door bv’s zijn vanaf 2024 niet langer aftrekbaar. Daartegenover staat echter dat nooit meer sprake is van een verkapt dividend indien de gift wordt betaald aan een ANBI. Kosten waar een tegenprestaties tegenover staat (zoals sponsoring of reclame), blijven gewoon aftrekbaar.

Tip!
Overweeg je een gift aan een ANBI te doen vanuit de bv? Doe de gift dan uiterlijk 31 december 2023, zodat aftrek in 2023 mogelijk is. Uiteraard moet de bv in 2023 dan wel voldoende winst maken.

 

10. Verhoging belastingvrije reiskostenvergoeding

Stel je geen vervoersmiddel ter beschikking aan je werknemer, dan kun je de werknemer een belastingvrije vergoeding van maximaal €0,21 per kilometer geven. Het maakt daarbij niet uit op welke wijze de werknemer reist. Dit geldt voor zowel woon-werkverkeer als voor zakelijke kilometers. Bij reizen per openbaar vervoer mag je ook de werkelijke kosten vergoeden.

Het bedrag van de belastingvrije vergoeding stijgt in 2024 naar €0,23 per kilometer. Ga tijdig na of je verplicht bent om hierin mee te gaan. Dan kun je daarmee in je begroting voor volgend jaar rekening houden.

Let op!
Je bent als werkgever arbeidsrechtelijk in beginsel niet verplicht dit verhoogde bedrag ook aan je werknemers te betalen. Dit is anders als in een arbeidsovereenkomst, arbeidsvoorwaarden of een cao is bepaald dat de maximale fiscale vergoeding moet worden vergoed. In dat geval heb je geen keuze en moet je mee met de verhoging.