Tozo 3: veranderingen per 1 oktober

De Tozo krijgt opnieuw een vervolg, met aangepaste voorwaarden.

Binnen het derde steunpakket loopt de Tozo 3 door tot eind juni 2021. De regeling is aan te vragen tussen 1 oktober 2020 en 30 juni 2021.

Tozo 3 aanvragen

Tot 1 oktober 2020 kunt u Tozo 2 aanvragen. Na 1 oktober kunt u Tozo 3 aanvragen bij uw woongemeente. Als u al een Tozo 2-uitkering ontvangt, kunt u een verkort aanvraagformulier indienen zodra uw woongemeente de aanvraagprocedure gereed heeft. De startdatum van de aanvraagmogelijkheid kan per gemeente verschillen. Uw Tozo 2 uitkering wordt niet automatisch verlengd. U dient bij uw aanvraag aan te geven of uw situatie sinds uw vorige aanvraag wel of niet veranderd is. Ook verklaart u dat uw totaal aan beschikbare geldmiddelen lager is dan de toegestane grens van € 46.520. Houd de website van uw gemeente in de gaten voor meer informatie.

 

Uitkering tot 1 juli 2021

De uitkering levensonderhoud kan als u aan de voorwaarden voldoet worden toegekend over de maanden oktober 2020 tot en met juni 2021. U kunt zelf aangeven voor hoeveel maanden u een uitkering wilt aanvragen.

De Tozo wordt verlengd tot 1 juli 2021. Dat betekent niet dat na die datum de ondersteuning voor zelfstandige ondernemers wegvalt. Het Besluit Bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) blijft als vangnet dienen voor de groep zelfstandigen. Met het Bbz kan de ondernemer ondersteuning krijgen voor bijstand voor levensonderhoud en voor bedrijfskapitaal. Dat kan zowel voor ondernemers met een levensvatbaar bedrijf, als voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen.

 

Gewijzigde voorwaarden Tozo 3

Per 1 oktober 2020 wordt in de Tozo 3 een toets op beschikbare geldmiddelen ingevoerd. Deze toets komt in aanvulling op de toetsen die in de Tozo 2 bestaan. Net als bij de vermogenstoets in het Bbz wordt de toets op beschikbare geldmiddelen zodanig vormgegeven dat zelfstandigen niet worden gedwongen onderdelen van hun bedrijf of zelfstandig beroep te liquideren. Dit zou namelijk ten koste gaan van de levensvatbaarheid van de onderneming en het weer kunnen beginnen met de zelfstandige activiteiten na de coronacrisis. De toets op beschikbare geldmiddelen houdt in dat ondernemers met meer dan € 46.520 aan beschikbare geldmiddelen (zoals contant geld, bank- en spaarsaldi en aandelen, obligaties en opties e.d.) niet in aanmerking komen voor de Tozo 3. Ander vermogen, waaronder dat uit de eigen woning, afgeschermd pensioen, bedrijfspand, machines, zakelijke apparatuur en voorraden, wordt buiten beschouwing gelaten. Nadere voorlichting hierover aan ondernemers en gemeenten volgt op korte termijn.

Het kabinet vindt het belangrijk dat ondernemers zich gaan oriënteren op hun toekomst en ziet dat veel ondernemers hierover al aan het nadenken zijn. Per 1 januari 2021 start een volgende fase van de Tozo 3. In deze fase ondersteunen gemeenten zelfstandig ondernemers waar nodig om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst, hetzij als zelfstandig ondernemer, hetzij als werknemer in loondienst. Gemeenten zullen samen met zelfstandig ondernemers inventariseren of en zo ja, welke ondersteuning van de zelfstandig ondernemer nodig is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of omscholing en heroriëntatie.

 

Tozo 3 lening voor bedrijfskapitaal na Tozo 1 en/of 2

Zelfstandigen die als gevolg van de coronacrisis liquiditeitsproblemen hebben, kunnen ook in de vervolgregeling een lening aanvragen voor bedrijfskrediet. Hierbij geldt dat de lening voor de Tozo 1, Tozo 2 en de Tozo 3 gezamenlijk, een maximum kent van € 10.157 euro.
U kunt geen beroep doen op Tozo 3 lening voor bedrijfskapitaal als u surseance of faillissement heeft aangevraagd of verkregen voor uzelf, uw onderneming of één van de vennoten waarmee u samenwerkt.

 

Achtergrond wijzigingen Tozo 3

De Tozo is een bijstandsregeling, waarbij in beginsel bijstand is beperkt tot personen die niet over de middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Daarom ligt het voor de hand om bij het bepalen van het recht op Tozo naast het inkomen ook de beschikbare geldmiddelen te betrekken. Bij de invoering van Tozo 1 en 2 is om uitvoeringstechnische redenen de keuze gemaakt om het vermogen van de zelfstandige buiten beschouwing te laten bij het vaststellen van het recht op Tozo. Nu het beroep op de Tozo aanzienlijk is afgenomen, behoort invoering van een dergelijke toets inmiddels wel tot de voor gemeenten uitvoerbare mogelijkheden. Daardoor wordt de inzet van de Tozo gerichter en zal er minder oneigenlijk gebruik zijn. Daarnaast wordt een stap gezet naar toepassing van het reguliere bijstandsregime voor zelfstandig ondernemers, het Bbz.

Daarnaast vindt het kabinet het naarmate de crisis voortduurt van belang dat bedrijven en ondernemers zich schikken naar deze nieuwe economische situatie. Het kabinet wil ondernemers helpen zich aan te passen aan een veranderde samenleving en economie. Daarom geeft het kabinet een impuls aan de heroriëntatie van ondernemers.

De Tozo wordt verlengd tot 1 juli 2021. Dat betekent niet dat na die datum de ondersteuning voor zelfstandige ondernemers wegvalt. Het Bbz blijft als vangnet dienen voor de groep zelfstandigen.  Het Bbz is een voorziening met strenge voorwaarden en waarvan de behandeling een lange doorlooptijd heeft. Dit past niet bij het doel van het huidige steunpakket waarbij bedrijven en werknemers door de verlenging van tijdelijke financiële regelingen meer zekerheid en perspectief krijgen en worden ondersteund bij het aanpassen aan de veranderde samenleving en economie. Daarnaast zijn gemeenten nog niet toegerust op de uitvoering van grote hoeveelheden aanvragen voor het Bbz. Daarom is de keuze gemaakt om tot 1 juli 2021 de Tozo te verlengen.

 

Partnerinkomenstoets blijft van kracht

De partnerinkomenstoets wordt ook bij Tozo 3 uitgevoerd als u de aanvullende uitkering levensonderhoud aanvraagt. De partnerinkomenstoets houdt in dat het inkomen van de partner word meegeteld bij het bepalen van de hoogte van uitkering. Als het huishoudinkomen boven het sociaal minimum komt, kunt u, net als bij Tozo 2 geen aanspraak maken op Tozo 3-uitkering levensonderhoud.

 

Bron: Rijksoverheid.nl